Waarom ruik je jezelf niet meer maar anderen wel?

Waarom ruik je jezelf niet meer maar anderen wel?

Waarom je eigen geur ‘verdwijnt’

Heb je weleens meegemaakt dat iemand zegt dat je parfum sterk ruikt, terwijl jij zelf bijna niets meer ruikt? Of dat je bang bent naar zweet te ruiken, maar je het bij jezelf niet goed kunt beoordelen? Dat is geen verbeelding, maar heeft alles te maken met hoe je neus werkt.

Je hersenen zijn voortdurend bezig om prikkels te filteren. Geur is daar een goed voorbeeld van. Als je neus langere tijd dezelfde geur waarneemt, beschouwen je hersenen die geur als minder belangrijk. Het signaal wordt als het ware zachter gezet. Daardoor ruik je je eigen parfum, wasmiddel of lichaamsgeur na een tijdje nauwelijks meer.

Hoe geurgewenning precies werkt

Je neus went sneller dan je denkt

In je neus zitten receptoren die geurstoffen oppikken. Zodra je een nieuwe geur ruikt, sturen die receptoren een signaal naar je hersenen. Dat merk je direct: je ruikt bijvoorbeeld versgezette koffie of een bakje knoflooksaus in de koelkast.

Blijft die geur aanwezig, dan past je lichaam zich aan. De receptoren reageren minder sterk en je hersenen gaan het signaal minder serieus nemen. Die combinatie heet geuradaptatie of geurgewenning. Het gebeurt meestal binnen enkele minuten tot een half uur, afhankelijk van hoe sterk de geur is.

Waarom anderen jou wél ruiken

Voor iemand anders is jouw geur vaak nieuw. Hun neus heeft zich nog niet aangepast en pikt de geur dus veel scherper op. Daarom kan een collega jouw aftershave meteen ruiken wanneer je binnenkomt, terwijl jij denkt dat hij al is vervlogen.

Hetzelfde geldt voor lichaamsgeur. Jij zit letterlijk de hele dag in je eigen geur en je hersenen vinden dat ‘normaal’. Een ander vangt jouw geur pas op als je in de buurt komt, waardoor die geur veel duidelijker binnenkomt.

Praktische gevolgen in het dagelijks leven

Parfum en deodorant gebruiken

Omdat je jezelf minder goed ruikt, is de verleiding groot om extra veel parfum of deodorant te gebruiken. Toch is dat niet nodig en soms zelfs onprettig voor je omgeving. Een handige vuistregel is om maximaal twee tot drie keer te sprayen en daarna niet nog eens bij te spuiten omdat jij niets meer ruikt.

Wil je weten of je te veel hebt gebruikt, vraag dan iemand die je vertrouwt om eerlijk te zijn. Hun neus is in dit geval een betrouwbaardere graadmeter dan die van jezelf.

Zo controleer je je eigen lichaamsgeur beter

Er zijn een paar eenvoudige trucjes om toch iets beter in te schatten hoe je ruikt. Je kunt bijvoorbeeld aan je kleding ruiken nadat je die hebt uitgetrokken. Een shirt dat je een dag hebt gedragen, geeft vaak beter weer hoe je werkelijk rook dan je huid op dat moment.

Ook kun je een korte ‘geurpauze’ nemen door even naar buiten te gaan of een andere ruimte in te lopen. Als je daarna weer terugkomt, merk je geuren soms opnieuw op doordat je neus een soort reset heeft gehad.

Wanneer geur een signaal kan zijn

Hoewel geurgewenning heel normaal is, is het wel goed om alert te zijn op plotselinge veranderingen. Ruik je jezelf opeens veel sterker, of ruik je geuren juist helemaal niet meer, dan kan er iets anders aan de hand zijn, zoals een verkoudheid of een probleem met je reukvermogen. In dat geval kan het nuttig zijn om advies te vragen aan een huisarts.

In het dagelijks leven is het vooral handig om te onthouden dat jouw neus niet altijd de beste graadmeter is voor je eigen geur. Anderen ruiken vaak meer dan jij, simpelweg omdat hun hersenen er nog niet aan gewend zijn. Met een beetje nuchtere zelfzorg, een vaste routine en af en toe een eerlijke vraag aan iemand in je buurt kom je al een heel eind.