Waarom we zoveel dingen uitstellen
Je herkent het vast: de wasmand zit vol, er ligt een stapel administratie op tafel en toch scroll je nog even op je telefoon. Uitstellen lijkt misschien luiheid, maar vaak is er meer aan de hand. Ons brein kiest graag voor dingen die nu leuk zijn, in plaats van voor taken waar we tegenop zien. Dat is heel menselijk.
Als iets ingewikkeld, saai of een beetje spannend voelt, probeert je hoofd je te beschermen. Je denkt onbewust: dat komt later wel. Even een serie kijken of social media checken geeft direct een fijn gevoel. De belangrijke taak schuif je vooruit, waardoor je op korte termijn minder stress ervaart.
Wat er gebeurt in je hoofd als je uitstelt
In je brein spelen twee krachten een rol. Aan de ene kant heb je het deel dat plannen maakt en weet wat goed voor je is op de lange termijn. Aan de andere kant zit het deel dat snel beloning wil: ontspanning, plezier, afleiding. Uitstellen ontstaat wanneer dat tweede deel wint.
Daardoor lijkt een taak vaak groter en zwaarder dan hij eigenlijk is. Alleen al eraan denken kan een onrustig gevoel geven. Je brein koppelt de taak aan spanning, en dat maakt de drempel om te beginnen steeds hoger. Zo ontstaat een vicieuze cirkel.
Kleine signalen dat je aan het uitstellen bent
Uitstellen ziet er niet altijd uit als nietsdoen. Soms ben je juist heel druk, maar niet met wat echt telt. Je gaat ineens keukenkastjes opruimen, nóg een keer je mail checken of uitgebreid je agenda herindelen. Dat voelt productief, maar eigenlijk ben je alsnog aan het ontwijken.
Een ander signaal is dat je jezelf steeds beloftes doet. Na de lunch begin ik echt. Eerst even dit afronden, dan ga ik aan die taak zitten. Aan het eind van de dag voel je je teleurgesteld dat het weer niet is gelukt, terwijl je wel moe bent van alles eromheen.
Hoe je vandaag al minder kunt uitstellen
Maak de stap zo klein mogelijk
In plaats van te denken aan de hele taak, kies je één piepkleine eerste stap. Niet “de hele zolder opruimen”, maar “één doos uitzoeken”. Niet “alle administratie doen”, maar “één envelop openen”. Zo voelt het minder zwaar en kom je sneller in beweging.
Zet een korte timer
Spreek met jezelf af dat je maar tien minuten aan iets werkt. Daarna mag je stoppen. Vaak merk je dat het, zodra je bezig bent, meevalt en je vanzelf langer doorgaat. Beginnen is het lastigst, niet volhouden.
Maak het jezelf zo makkelijk mogelijk
Leg spullen klaar, ruim afleidingen even weg en zorg dat je weet wat je als eerste gaat doen. Hoe minder keuzes je hoeft te maken op het moment zelf, hoe kleiner de kans dat je toch weer gaat uitstellen. Zo voelt een lastige taak net iets meer als een gewone dagelijkse handeling.