Waarom je eigen huisgeur je nauwelijks opvalt
Veel mensen merken het meteen als ze bij iemand anders binnenstappen: het huis ruikt anders dan bij henzelf. Toch ruik je je eigen huis nauwelijks, tenzij je net hebt gekookt of schoongemaakt. Dat is geen toeval, maar heeft alles te maken met hoe jouw neus en hersenen samenwerken.
Je reukzintuig past zich razendsnel aan geuren aan die constant aanwezig zijn. De geur van jouw huis is er de hele dag door. Na een paar minuten vindt je brein die geur niet meer interessant en filtert het deze weg. Zo houd je ruimte over om nieuwe en mogelijk belangrijke geuren wel op te merken, zoals rook of bedorven eten.
Hoe je hersenen geuren wegfilteren
Geurprikkels komen via je neus in een deel van de hersenen dat sterk gekoppeld is aan emoties en herinneringen. Als een geur heel vaak voorkomt, beschouwen je hersenen deze als achtergrondinformatie. Net zoals je het tikken van een klok of het zoemen van de koelkast na een tijdje niet meer hoort, “zie” je neus de geur van je huis als normaal en ongevaarlijk.
Dit heet geuradaptatie. Je ruikt het dus wel even als je thuiskomt, maar na een paar minuten merk je er bijna niets meer van. Dat is de reden dat je vaak verbaasd bent als iemand zegt dat je huis naar iets specifieks ruikt, terwijl jij zelf dat totaal niet zo ervaart.
Waardoor de geur van een huis wordt bepaald
De geur van een huis is een combinatie van heel veel kleine factoren. Geen enkel huis ruikt precies hetzelfde, omdat geen enkele combinatie van mensen, spullen en routines identiek is. Vaak is het een mix van subtiele geuren die samen jouw unieke huisgeur vormen.
Invloed van mensen, huisdieren en spullen
Allereerst spelen de mensen in het huis een grote rol. Huid, haar, wasmiddel op kleding en zelfs parfum laten allemaal moleculen achter in de lucht. Huisdieren voegen daar nog een extra laag aan toe, zelfs als je ze zelf niet sterk ruikend vindt.
Ook materialen in huis hebben invloed. Hout, stoffen banken, gordijnen, tapijten en boeken nemen geuren op en geven ze langzaam weer af. Een huis met veel textiel zal vaak een andere geur hebben dan een strak, minimalistisch interieur met weinig stoffen en veel harde oppervlakken.
Dagelijkse gewoontes en ventilatie
Wat je dagelijks doet, bepaalt ook veel. Kook je vaak met knoflook of kruiden, gebruik je geurkaarsen of juist schoonmaakmiddelen met een sterke geur, dan bouwt dat zich langzaam op. De geur wordt onderdeel van het vaste achtergrondluchtje van je woning.
Ventilatie speelt tenslotte een belangrijke rol. In een goed geventileerd huis worden geuren sneller afgevoerd en ruik je eerder subtiele verschillen. In een slecht geventileerde woning blijven geurstoffen langer hangen en kunnen ze zich mengen tot een typische, wat zwaardere huisgeur. Voor frisse lucht, maar ook om zelf beter te kunnen ruiken, helpt het om dagelijks even goed te luchten.