Wat bedoelen we eigenlijk met ‘relatief’?
Het woord ‘relatief’ duikt overal op. Iemand zegt dat iets relatief duur is, een politicus noemt een risico relatief klein en een dokter heeft het over een relatief gezonde leefstijl. Maar wat betekent dat nu precies? Veel mensen gebruiken het woord op gevoel, zonder precies te weten wat ze ermee uitdrukken.
In de kern betekent ‘relatief’ dat je iets altijd vergelijkt met iets anders. Iets is dus niet uit zichzelf duur, goedkoop, gezond of gevaarlijk, maar wordt dat pas in verhouding tot een andere situatie, persoon of norm.
Relatief in het dagelijks leven
Relatief duur of goedkoop
Stel, je koopt een kop koffie voor drie euro. Is dat duur? Op zichzelf zegt dat bedrag weinig. Vergeleken met koffie op kantoor is het misschien duur, maar vergeleken met een cappuccino in een luxe hotel valt het mee. De prijs is dus relatief: hij krijgt betekenis door de vergelijking die jij in je hoofd maakt.
Hetzelfde geldt voor huurprijzen, boodschappen of abonnementen. Iemand met een hoog inkomen vindt een bepaald product ‘goed te doen’, terwijl iemand met een lager inkomen precies hetzelfde bedrag ‘erg duur’ noemt. De situatie en de persoon kleuren de beoordeling.
Relatief slim, snel of sterk
Ook bij eigenschappen van mensen gebruiken we het woord ‘relatief’ vaak onbewust. Een kind is relatief lang voor zijn leeftijd, een collega is relatief snel met een nieuwe computer of een vriend is relatief sterk voor iemand die nooit naar de sportschool gaat. Je zet iemands eigenschap steeds af tegen een groep, een verwachting of een gemiddelde.
Daarom voelt het vreemd om te zeggen dat iemand gewoon slim is. Meestal bedoelen we: slimmer dan de meeste mensen in zijn omgeving of slimmer dan we op basis van bepaalde gegevens hadden verwacht.
Waarom het handig is om ‘relatief’ te begrijpen
Helderder nieuws en discussies
In nieuwsartikelen en discussies wordt ‘relatief’ vaak gebruikt om uitspraken te nuanceren. Een risico kan klein zijn in absolute zin, maar relatief groot vergeleken met eerdere jaren. Wie dat verschil begrijpt, leest zorgvuldiger. Je gaat vanzelf vragen: vergeleken waarmee is dit risico klein of groot?
Dat voorkomt dat je je laat meeslepen door grote woorden. Als je hoort dat iets ‘relatief gevaarlijk’ is, weet je dat je op zoek moet naar de context voordat je oordeelt.
Beter nadenken over je eigen mening
Ook in je eigen leven helpt het om te beseffen hoe relatief veel dingen zijn. Misschien vind je je baan zwaar, tot je die vergelijkt met iemand die nachtdiensten draait. Of je voelt je ongezond, tot je het afzet tegen iemand die ernstig ziek is. Dat betekent niet dat jouw gevoel niet mag bestaan, maar het helpt wel om je oordeel in perspectief te plaatsen.
Door je bewust te zijn van het relatieve karakter van veel uitspraken, kun je milder kijken naar jezelf en anderen. Je begrijpt beter waarom meningen botsen: vaak vergelijken mensen met een andere maatstaf.
Altijd in verhouding tot iets anders
Als je voortaan het woord ‘relatief’ hoort of zelf gebruikt, kun je jezelf een simpele vraag stellen: waar wordt dit mee vergeleken? Het antwoord op die vraag maakt een vaag gevoel ineens helder. Zo wordt een lastig, abstract woord een handig hulpmiddel om alledaagse situaties beter te begrijpen.